Het kerkgebouw
De Romaanse kerk van Marum is een van de oudste bakstenen bouwwerken in de provincie en stamt uit de 12e eeuw.
Het gebouw bestaat uit een westtoren en een vrij kort schip met een inspringend, vijfzijdig gesloten koor.
Na een restauratie in 2004 werd vastgesteld dat het schip ouder is dan het koor. Bij een eerdere restauratie werd gesteld dat de kerk eerst alleen bestond uit een kapel (het koor) en dat het schip en de toren later aangebouwd zijn. Het koor van de kerk stamt daarbij uit de tweede helft van de 12e eeuw.
Halverwege de 16e eeuw werd de toren verhoogd met een klokkenzolder en werd de huidige kap op het schip aangebracht. Het tegenwoordige dak van koor en schip stamt waarschijnlijk uit 1770. De noordgevel is waarschijnlijk ook in 1770 opnieuw beklampt.
Het koor bestaat uit een rechthoekig gedeelte en een iets inspringend, met 5 zijden van een tienhoek, gesloten absis. Oorspronkelijk zaten in de koorsluiting geen vensters. In de 16e eeuw was er kennelijk behoefte aan meer licht en werd in het meest zuidelijke muurvlak van de koorsluiting een laag venster ingebroken dat naderhand weer is dichtgemetseld. De vier grote vensters in de noord- en zuidgevel zijn 18e-eeuws.
Zowel de noord- als de zuidgevel had oorspronkelijk een ingang. Het noordelijke (vrouwen-) portaal is echter dichtgemetseld en deels verborgen achter een steunbeer. Tegenwoordig geeft alleen het zuidelijke (mannen-) portaal toegang tot de kerk.
Om het verzakken van de muren te voorkomen, werden in de tweede helft
van de 18e eeuw aan de noord- en zuidzijde van het schip forse steunberen gemetseld.
De toren
De grondvorm van de toren is rechthoekig, de afmeting noord-zuid is groter dan de richting west-oost. Dat duidt erop dat de toren oorspronkelijk een zadeldak heeft gehad. Later kreeg de toren een gemetselde spits, die in 1770 is verlaagd. Aan de westzijde van de toren is een dichtgemetselde ingang zichtbaar.
De binnenzijde van de kerk
De muren van toren, schip en koor zijn, zoals gebruikelijk in de beginperiode van de baksteenbouw, als kistwerk uitgevoerd. Tussen een binnen- en een buitenmuur bevindt zich een vulling van keien, gebroken en afgekeurde bakstenen en mortel.
Tegen de oostwand van de absis bevindt zich een preekstoel. Deze is in 1826 gemaakt door de heer D. Duursma uit Drachten.
Tegen de noordwand van de kerk bevindt zich een herenbank uit het eerste kwart van de achttiende eeuw. In het opzetstuk van de bank zit het wapen van de collator van de kerk Carel Ferdinand Von Inn- und Kniphausen. Het wapen is omstreeks 1695 gemaakt door Jan de Rijk. Carel Ferdinand Von Inn- und Kniphausen werd geboren op 22 februari 1669, als zoon van Graaf Georg Wilhelm Von Inn- und Kniphausen en van Gravin Anna van Ewsum.
Het orgel
Tot 1939 maakte men gebruik van een harmonium. In dat jaar werd de kerk voor het eerst voorzien van een pijporgel. Het orgel komt uit de Hervormde kerk van Ginneken (NB). Het is gebouwd in 1658 door Johan Reimschmitt en had oorspronkelijk acht registers, waarvan in 1708 door Jacobus Zeemans een pedaal register werd toegevoegd. In 1890 werd het complete binnenwerk door J. van Gelder vernieuwd. De overplaatsing naar de kerk van Marum en de restauratie van het orgel in 1939 werden uitgevoerd door de fa. Valckx en van Kouteren en Co. Daarbij werd de dispositie iets gewijzigd en de intonatie herzien volgens inzichten van de adviserende Nederlandse Klokken en Orgelraad. Het orgel heeft één manuaal met 10 stemmen en een aangehangen pedaal. Het instrument staat op een podium tegen de westmuur, de kast heeft een donkere imitatie-eiken kleur.
De Kroonluchter
De kroonluchter is gemaakt in 1802. Een kleiner, 18e eeuw exemplaar, werd in de Franse tijd uit de kerk van Marum gestolen. In de kerk van Noordwijk hangt nog zo’n kleiner exemplaar.
In de huidige kroonluchter staat de volgende inscriptie:
‘De Ingezetenen van Marum hebben mij vervaardigd en geschonken aan de kerk.
Anno 1802’
De Statenbijbel
Tot de inventaris behoort een prachtige Statenbijbel die in 1748 is gedrukt door Nicolaas Goetzee. In 1928 is deze geleverd door de firma Brand uit Amsterdam.
In 2007 is de Statenbijbel gerestaureerd door restauratieatelier Jos Schrijen. Ter bescherming is de bijbel opgeslagen in het archief van Heemkundekring Vredewold – West in Marum, voor speciale gelegenheden wordt hij ten toon gesteld.
De Avondmaalsbeker
Naast wat klein zilverwerk ter gebruik voor het Avondmaal behoort een prachtige Avondmaalsbeker tot de inventaris. In opdracht van Carel Ferdinand Von Inn- und Kniphausen, predikant Petrus ter Beeck en kerkvoogd Johannes Jacobus Wijma is deze in 1695 gemaakt door zilversmid Pieter Kleiwert uit Groningen.
De beker draagt de namen van de drie opdrachtgevers en is voor het eerst in gebruik genomen op 14 december 1695. Als Avondmaalsschotel wordt een zeer oud zilveren presenteerblad gebruikt.
De omgeving
Het herdenkingsmonument
Bij de ingang van het kerkterrein staat een monument.
Als vergelding tegen de april-meistakingen werden op 3 mei 1943 zestien inwoners van Marum opgepakt en op de Duitse radarstelling Trimunt gefusilleerd. Berend Assies, Geert Jan Diertens, Jan Doornbosch, Karst Doornbosch, Johannes Glas, Albert Hartholt, Andries Hartholt, Dirk Hartholt, Hendrik Hartholt, Eeuwe de Jong, Friedrich Ludwich van de Riet, Gerrit van der Vaart, Sibbele de Wal, Jelle van der Wier, Steven van der Wier en Uitze van der Wier.
In 1948 werd daarvoor een monument onthuld, dat boven de graven van de slachtoffers werd geplaatst. Burgemeester jhr. mr. Jacob Willem Alberda van Ekenstein hield een toespraak, waarin de gevallenen werden herdacht en legde namens de koningin een krans.
Op 4 mei vindt hier de jaarlijkse Nationale Dodenherdenking plaats en op 15 augustus de Indië herdenking
Het monument werd ontworpen door beeldhouwer Willem Valk.
De Stinswier
Ten westen van de kerk ligt een terrein met daarop een ruim drie meter hoge heuvel, in de volksmond ‘de Bult van Marum’ genoemd. Er deden allerlei verhalen de ronde over de betekenis van "De Bult', het zou een molenberg zijn geweest, een grafheuvel, een veenterp of een heilige plaats uit de prehistorie. Ook dachten velen dat het gewoon een berg puin was.
Amateur archeoloog Koos Vos uit Marum deed al eens onderzoek naar de bult en constateerde dat het een restant van een stinswier moest zijn. Heemkundekring Vredewold - West, de historische vereniging van Marum, drong bij de gemeente aan om onderzoek te laten doen, maar daar kwam het niet van. Echter toen men de begraafplaats wilde uitbreiden moest dit onderzoek wel plaatsvinden. De Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed voerde het onderzoek uit en bevestigde dat de heuvel een restant is van een stinswier, omgeven door een ca. 8 m brede en 2,5 m diepe gracht.
In het zuidoostelijke deel van het terrein is een dikker cultuurdek aanwezig met meer archeologische indicatoren dan in de rest van het terrein. Deze is opgevat als een voorterrein of voorburcht. De stinswier en het bijbehorende voorterrein worden in de 13e eeuw gedateerd en vormen een ensemble met de Romaanse kerk.
De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed vindt het zeer bijzonder dat in Marum het restant van de stinswier bewaard is gebleven. Het is de enige in de provincie Groningen. Wel zit in het Iwema Steenhuis in Niebert nog een restant van een middeleeuws steenhuis verborgen.
Ook in het terrein gelegen ten noorden van de stinswier zijn ook sporen van bewoning gevonden: meerdere paalkuilen ( o.a. een bootvormig huisplattegrond), een overblijfsel van een waterput en potscherven. Er wordt gesproken van een kleine nederzetting.
Om het terrein niet te verstoren heeft de gemeente voor de uitbreiding van de begraafplaats de grond flink opgehoogd.
In de brochure hieronder vindt u de namenlijst van de predikanten die de Nederlands Hervormde Kerk van Marum en Noordwijk gediend hebben vanaf 1594 tot aan 1974. Deze lijst is samengesteld in 2009 door dhr. G. Jongsma, Marum.